Chinese voedingsleer

“Een ziekte kan veel vaders hebben, maar de moeder van elke ziekte is een verkeerd dieet”
– Chinees spreekwoord

 

Waarom Chinese voedingsleer? Gaan we nu echt met stokjes eten?

Nou nee, dat is zeker niet de bedoeling!
Traditionele Chinese geneeskunde (TCM) is duizenden jaren oud en is door de eeuwen heen weinig veranderd. Het basisconcept is dat een vitale levenskracht, Qi genaamd, door het lichaam stroomt. Elke onbalans met Qi kan ziekte veroorzaken. Deze onbalans wordt meestal veroorzaakt door een verandering in de twee krachten van de Qi. Ze zijn elkaars tegendeel en elkaars complement. Ze worden Yin en Yang genoemd. Extremen in Yin of Yang kunnen ziektes veroorzaken. Een onbalans van Yin en Yang kan optreden door bijvoorbeeld het eten van een overvloed aan Yin verkoelend voedsel zoals raw food. Raw food is erg verkoelend en de milt houdt daar niet van. Als de milt te koud wordt, dan kun je o.a. diarree krijgen, vocht vasthouden, overgewicht krijgen of zeer vermoeid worden.

yin-yang-breda

Voeding is een belangrijke pijler in de TCM om de balans in de Qi weer terug te brengen, maar vooral om preventief een onbalans te voorkomen. Dankzij de holistische kijk op lichaam, geest en ziel krijg je een goed energetisch overzicht van mogelijke onevenwichtigheden bij mensen.
In de TCM-voedingsleer kijken we vooral naar de milt, die is verantwoordelijk voor de hele spijsvertering. Je darmen zijn je krachtkern voor gezondheid en geluk en die worden aangestuurd door de milt. Wanneer de milt als een goed onderhouden motor loopt, voel je je goed en energiek. Wanneer je het basisonderhoud voor je milt niet hebt gedaan, krijgt je een motorproblemen en voel je je onwel. Je voedselkeuzes kunnen je milt beschadigen.

De Chinese anamnese

De TCM geeft nauwkeurige informatie over heersende onevenwichtigheden in het organisme en over het doelgerichte gebruik van voedingsmiddelen om het organisme snel weer in balans te brengen. In de TCM wordt gewerkt met een anamnese.
De anamnese is heel individueel. Vooral het herkennen van veel klachten geeft houvast over hoe we voeding in kunnen zetten. Via de anamnese gaan we kijken hoe het met de Qi gaat (levenskracht, vitaliteit, energie), en naar de balans in de organen: is het daar te koud, te warm, te nat, te droog, is het bloed op orde?
Hieronder een paar voorbeelden:
• Qi: vermoeidheid en het begin van veel kleine klachtjes, piekeren, ik wil suiker!!
• Koude: diarree, koude handen/voeten, angst, vaak moeten plassen.
• Hitte: hele dag door eten, snel geïrriteerd, altijd dorst, opvliegers, zware menstruatie.
• Droogte: droge huid, droge ogen, constipatie, ’s nachts transpireren.
• Afvalstoffen: vaak verkouden, pijn in de gewrichten, huidproblemen, overgewicht, suf in het hoofd, emotioneel naar beneden getrokken voelen.
• Bloed: duizelig, haarverlies, depressie, slaapproblemen, onscherp zicht.

De 5 smaken

,Er zijn 5 smaken die allemaal een andere werking hebben in het lichaam: zoet, scherp, zout, zuur en bitter. Elke smaak heeft een werking op een orgaan, deze kan voedend werken of een orgaan belasten. De lever vindt een beetje zuur wel lekker, maar de maag kan bij een te veel daarvan last krijgen. Is elke dag citroensap drinken dan aan te raden? Zorg dat alle smaken in een maaltijd verwerkt zijn, dat helpt bij de vertering.

De thermische werking

Geheel anders dan de westerse voedingsleer werkt de TCM met de thermische werking van voedsel. Voeding kan koud, verfrissen, neutraal, warm of verhittend zijn. Deze eigenschappen hebben invloed op onze organen. Door het thermische effect van de afzonderlijke voedingsmiddelen te kennen, kunnen ze therapeutisch worden gebruikt in de dagelijkse keuken. Gember is warm en als een van je organen oververhit is, dan is de moderne trend van gemberthee drinken wellicht toch niet zo handig.

De energetische werking

De TCM telt geen calorieën! Die kijkt hoe voeding in het lichaam werkt, wat oorzaak en gevolg is. We leren te voelen wat onze voeding met ons doet (en dat is niet voor iedereen hetzelfde!). De TCM analyseert het eten niet in een laboratorium. De kwaliteit van voeding, het bewaren daarvan en de bereiding spelen een centrale rol. Rauwkost bevat geen calorieën, maar waarom worden sommige mensen er dan toch dik van?
Voeding uit de diepvries heeft volgens de westerse visie, wat nutriënten betreft, dezelfde waarde als het uit de diepvries komt. De Chinese voedingsleer zal aangeven dat de energetische ‘koude’ niet optimaal is voor je spijsvertering.

Verteerbaarheid van voeding

Al is je voeding nog zo goed, als het niet verteerbaar gemaakt wordt, neem je het niet op.
De milt speelt een centrale rol volgens de TCM bij een goede vertering. Gerichte voeding en de juiste bereidingswijzen hebben een positieve invloed op de milt.
Alleen voedingsmiddelen die volledig worden verteerd (d.w.z. geabsorbeerd, gemetaboliseerd) en waarvan de resten volledig uitgescheiden worden, geven ons energie, gezondheid en welzijn en houden het lichaam gezond en schoon.
In China sturen artsen hun patiënten naar het ziekenhuis als ze te koude voeten hebben. Wat heeft de milt daarmee te maken?

Echter: de voedselsamenstelling in China afgestemd op de gemiddelde chinees (“Han”). De Chinese samenstelling van voeding past bij veel mensen goed, voor sommige mensen is het echter niet optimaal. Voor ons in Europa wijken de individuele voedingsbehoeften echter vaak af van de Chinese voedingsleer! In Europa zijn er veel verschillende volkeren en allerlei gemengde stofwisselingstypen, dus het is noodzakelijk om daar rekening mee te houden.

Iedereen die voedsel eet dat in strijd is met zijn genetische code, verzwakt zijn centrum, zelfs als men voedsel eet,
dat gezond is en van hoge kwaliteit is.

Bij de Leer van de stofwisselingstypen is de belangrijkste vraag welke verhouding van vet, eiwit en koolhydraten het meest geschikt is voor elk type en welke voedingsmiddelen moeten worden gegeten om aan de nutriëntenbehoefte te voldoen.